Ziekenhuizen en zorginstellingen worden in toenemende mate geconfronteerd met resistente micro-organismen. De meest bekende tot nu is de Meticilline-Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA), waartegen in Nederland een Search & Destroy-beleid wordt gevoerd. Er zijn echter meer micro-organismen die in staat zijn resistentie te ontwikkelen tegen het meest geëigende (dus eerste-keus) antibioticum of tegen een combinatie van antibiotica, verder aangeduid als bijzonder-resistente micro-organismen (BRMO). Omdat behandeling van infecties met deze resistente micro-organismen minder goed mogelijk is, is het van het allergrootste belang binnen een ziekenhuis of zorginstelling maatregelen te treffen die gericht zijn op het voorkomen van resistentie ontwikkeling en het voorkomen van verspreiding van resistente micro-organismen.
In strikte zin is ook een MRSA (meticilline Staphylococcus aureus) een BRMO. Maar MRSA wordt vaak apart van de BRMO besproken, omdat de maatregelen die genomen moeten worden bij dragerschap of infectie en de screeningsmethode verschillen.
In verband met de veiligheid van uzelf en anderen hebben wij zes vragen opgesteld die u moet beantwoorden wanneer u een afspraak maakt bij ons in de kliniek voor een consultgesprek met de arts.
-Bent u (of uw huisgenoot) bekend met dragerschap van een resistente bacterie? Bijvoorbeeld MRSA, VRE of ESBL.
-Bent u de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een buitenlandse zorginstelling voor langer dan 24 uur?
-Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een andere Nederlandse zorginstelling waar een epidemie met een resistente bacterie heerste? Bijvoorbeeld: MRSA, VRE of ESBL? Als dit het geval is, dan heeft u hierover van deze zorginstelling een brief ontvangen om deel te nemen aan een contactonderzoek.
-Woont u of werkt u met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens?
Bij een MRSA-BRMO-besmetting, of een verdenking hierop, handelen wij volgens de landelijke richtlijnen van de Werkgroep Infectiepreventie (WIP).